Context

Marco Rump's werkwijze

De schilderijen zijn een beleving van materie en beeldelementen zonder factoren die hiervan kunnen afleiden zoals figuratie of illustratie van iets buiten het schilderij. Een universeel, tijdloos en neutraal te beleven eindresultaat in de vorm van een schilderij is het streven.

Deze tekst is een reflectie van de kunstenaar zelf op de werkwijze; een achteraf beschouwende persoonlijke visie op de werken en hun plek in de huidige (kunst-)wereld.

Het ontstaan van een werk of een serie begint bij de keuze voor de drager. Vaak is dit niet zozeer een bewuste keuze maar het zien van een mogelijkheid in de materialen die voorhanden zijn. De vorm en afmetingen van de drager bepalen vervolgens de vlakverdeling via een eenvoudig gegeven of een wiskundig fenomeen. Dit is vooral een onstaansproces binnen intuïtieve richtlijnen en uitgangspunten, en niet de bedoeld als puzzel of illustratie van de wijze hoe de compositie tot stand is gekomen. In een serie worden de verschillende mogelijkheden in kleurverdeling systematisch toegepast zonder in herhaling te vallen. Van belang is dat de compositie in een simpele redenatie "klopt" en de variaties op een thema vanzelfsprekend zijn in een serie van werken. Dit is vooral een intuïtief proces; onderbouwing waarom het beeld in absolute zin zou kloppen, uitdieping of verklaring van de logica, is niet aan de orde. Het gaat om het resultaat: een werk dat uit systematiek voort is gekomen en niet als een illustratie van het gebruikte systeem. In reactie op een uitgangspunt vindt het werk, als in een natuurlijk proces, zijn vorm. De rol van de kunstenaar is meer volgend dan leidend en vooral waarderend van het resultaat dat elke stap in het proces oplevert.


Vanaf 1996 is in een vast olieverf-palet van zeven kleuren, kleurcombinaties gekozen die een sfeer maken in abstracte zin maar ruimtesuggestie of associaties door kleur vermijden. Dit leidde tot een serie schilderijen waarin verschillende compositie-mogelijkheden in sfeer en balans werden uitgewerkt.

Sinds 2006 worden kleurcombinaties in serie uitgevoerd binnen een palet van vier kleuren Golden acrylverf: zwart, licht geel, cyan en quinacridone magenta. Metr wit toegevoegd bij sommige series. Naast het kleurenpalet en de manier waarop de verf is aangebracht, is in de afwerking van het doek of paneel de eigen grammatica duidelijk te herkennen.

Na 2012 worden eenvoudige lineaire kleurverlopen toegepast met soms simpele mengvormen van 2 van de 4 kleuren voornamelijk in de 3-D serie schilderijen.


Presentatie

De titels van de werken zijn nummers en geven de positie van een werk in de serie en het hele oeuvre weer, deze volgorde is niet per se chronologisch. Het eerste cijfer bepaalt de serie. Binnen een serie worden verschillende hoofdthema's gebruikt. Deze zijn herkenbaar in de het tweede titel- letter of -cijfer (f voor fase, 3 voor 3-D, z voor kleurverlopen). Als er geen specifiek thema is gebruikt staat het cijfer voor een ontwikkeling. Het cijfer 0 staat dan voor de eerste werken. Het laatste cijfer is de titel staat voor de opeenvolging binnen de reeks.

De titels zijn dus zeker niet strict maar komen voort uit een gevoelsmatige logica net als de werken zelf. Bij expositie wordt de context zo ver mogelijk gestileerd in een stijl van de schilderijen. Deze stilistische signatuur versterkt de herkenbaar van het oeuvre als een geheel.


Het fenomeen schilderij

De verspreiding van een verhaal, visie of stelling via een object als een schilderij is niet langer zinvol nu massamedia tot ieders beschikking staan. Hoe vaak heeft u een afbeelding van "de Mona Lisa" gezien en hoe vaak (en goed) heeft u dat schilderij werkelijk gezien? Uiteraard denkt iedereen in eerste instantie nog aan het schilderij maar in hoeverre is het bestaan van "de Mona Lisa" nog afhankelijk van het fysieke schilderij bij vergeleken het fenomeen in alle andere media? En wat was de ervaring toen u daadwerkelijk voor de Mona Lisa stond; was de sensatie die u beleefde beïnvloed door de drukte om u heen? In mindere mate geldt dat voor elk schilderij maar is deze "nominale" waarde de kern van elk schilderij? En hoe verhouden de fysieke kwaliteiten en intrisieke waarden zich dan tot het fenomeen?


Door zijn fysieke vorm heeft een hedendaags schilderij automatisch een connectie met de kunstgeschiedenis van de westerse cultuur. Als archetypische vorm van kunst draagt de schilderkunst een kunsthistorische en artistieke context in zich mee en is zo gezegd de drager van het pretentieuze meme "Kunst". Formele schilderkunst sluit in fysieke vorm naadloos aan op de historische, modernistische traditie maar in hedendaagse kunst is het context-bewustzijn meer van belang dan de vernieuwende waarde van een schilderij. Zoals post-moderne kunstenaars in een alledaagse omgeving kunst presenteren en zodoende de gekozen context het meest opzienbarendst was, is met een meta-modernistische benadering de schilderkunst een gekozen context.

Formele kunst richt zich op waarneming, op wat er werkelijk te zien is, want de kunstenaar heeft niet de bedoeling iets anders te tonen dan dat en ziet de maker en zeker zijn of haar bedoeling met het schilderij, als irrelevant. Het is aan de toeschouwer om de kwaliteit van kleur, materiaal en compositie te beleven en er gedachten over te ontwikkelen met of zonder een besef van de kunst-context en de status van de maker. In die zin is het artistieke onderzoeksveld verruimd en zet de traditie van vooruitgang in de kunst zich meer voort in conceptueel bewustzijn dan in vernieuwing door ontwikkeling in vorm en stijl.


Formalisme

In het formalisme is de vorm het doel. Het behelst de formele aspecten van het werk zoals de afmetingen, beeldelementen en materiaalgebruik – kortom alles wat een schilderij in intrinsieke zin is. De waarde van het beeld of de overdracht van een verhaal of idee wordt genegeerd. Formalistisch schilderen is "intrinsiek" schilderen; reageren op eigenschappen van het materiaal en het effect van kleur. Systematiek en logica waarbinnen het ontstaansproces plaatsvindt zijn zonder bijbedoelingen, anders dan het schilderij te laten zijn. De fysieke vorm geeft een onvoorstelbaar resultaat dat fascineert door de wisselwerking die ontstaat tussen uitgangspunt en vormgeving, en de esthetische sensatie van direct oogcontact met materie en de kwaliteit van kleur. Het inzoomen op het schilderij of, anders gezegd: het minimaliseren van de wereld erbuiten, is niet als statement bedoeld maar een gevolg van de concentratie op het schilderij. In de formele benadering is het werk geen medium voor het overbrengen van een verhaal of de representatie van persoonlijke gedachten of werkelijkheid. Door het negeren associaties en inhoud wordt het kunstwerk bevrijd van de discussie over wat de kunstenaar ermee bedoeld kan hebben en hoe het geïnterpreteerd zou moeten worden, en wordt het een autonome sensatie die door iedere toeschouwer op een eigen manier beleeft kan worden.


Historische context

De volgende kunsthistorische stromingen, bewegingen en kunstenaars zijn belangrijke inspiratiebronnen.


Stromingen en bewegingen


Kunstenaars

  • Jan van Eyk [1390 - 1441]
  • Pieter Saenredam [1597 - 1665]
  • Èdouard Manet [1832 - 1883]
  • Henri Matisse [1869 - 1954]
  • Piet Mondriaan [1872 - 1944]
  • Kasimir Malevich [1878 - 1935]
  • Marcel Duchamp [1887 - 1968]
  • Josef Albers [1888 - 1976]
  • Gerrit Rietveld [1888 - 1964]
  • Lucio Fontana [1899 - 1968]
  • Mark Rothko [1903 - 1970]
  • Barnett Newman [1905 - 1970]
  • Max Bill [1908 - 1994]
  • Ad Reinhardt [1913 - 1967]
  • Ellsworth Kelly [1923 - 2015]
  • Kenneth Noland [1924 - 2010]
  • Robert Rauschenberg [1925 - 2008]
  • Donald Judd [1928 - 1994]
  • Sol LeWitt [1928 - 2007]
  • Yves Klein [1928 - 1962]
  • Jasper Johns [1930]
  • Bridget Riley [1931]
  • Bernd Becher [1931 - 2007] - Hilla Becher-Wobeser [1934 - 2015]
  • Gerhard Richter [1932]
  • Frank Stella [1936]
  • Daniel Buren [1938]
  • Imi Knoebel [1940]
  • Blinky Palermo [1943 - 1977]
  • Jan Andriesse [1950 - 2021]
  • Herbert Hamak [1952]
  • Peter Halley [1953]
  • Anish Kapoor [1954]
  • Jan Maarten Voskuil [1964]
  • Ian Davenport [1966]
  • Jens Wolf [1967]
  • Peter Davis [1972]
  • Esther Tielemans [1976]